Omgaan met weerstand: een schreeuw om begrip

Toen ik laatst aan iemand vroeg waar ze nog eens een blog over zou willen lezen zei ze: ‘Hoe ga ik nou om met weerstand? Ik klap dicht of ik schiet in de verdediging’. Deze woorden raakten me en voelden tegelijk zo herkenbaar.

Als klein meisje vond ik het lastig om me te verweren. Oftewel: voor mezelf op te komen. Dichtklappen en terugtrekken was mijn automatische afweer. Maar is dit – nu ik volwassen ben – nog wel wel effectief? En waar komt weerstand überhaupt vandaan? Deze inzichten helpen mij vandaag de dag nog om in plaats van mezelf terug te trekken, bewust te kiezen voor: verbinding.

Weerstand van de ander heeft een reden

En de reden heeft meestal niets met jou te maken, maar alles met de zorgen die de ander voelt en de angsten die hij heeft. Dit inzicht helpt mij om met minder schrammen door kwetsende opmerkingen of weerstand heen te komen. En het helpt mij zelfs tot gesprekken die leiden tot begrip en compassie. Mensen zijn namelijk niet negatief zonder reden. Ze reageren vaak zo omdat ze gehoord willen worden of bang zijn om iets te verliezen. Onderzoek wat de angst is – en je kijkt ineens dwars door die opmerkingen heen.

De boodschap achter de boodschap

Ik probeer tegenwoordig vaak de volgende vraag te stellen: “Ik hoor wat je zegt, maar waar komt de lading vandaan?” Hierdoor verschuift de focus van de inhoud van het gesprek naar het gevoel erachter. Vaak dragen mensen een rugzak bomvol ongehoorde frustratie met zich mee. Door deze vraag te stellen komt de echte emotie op tafel, de boodschap achter de boodschap. Je krijgt met deze vraag niet alleen inzicht in de pijnpunten, maar – als je doorvraagt – ook in wat de ander nodig heeft om zich echt gehoord te voelen. Dat is namelijk waar het naar mijn idee om gaat. Weerstand is een schreeuw om begrip. Want wat er vaak achter zit is kwetsbaarheid. Een paar voorbeelden:

  • Iemand is negatief omdat hij aan zichzelf wil bewijzen dat hij waardevol is.
  • Misschien haalt iemand je naar beneden omdat hij zich gepasseerd en niet betrokken voelt.
  • Wellicht is iemand bang voor verandering, omdat degene de impact niet kan overzien.

Niet pushen, maar zien en horen

Mensen hebben even erkenning nodig in hun kritische vragen, twijfels en frustraties. Pas wanneer ze die erkenning – en dan bedoel ik oprechte erkenning – krijgen, staan ze open voor andere perspectieven dan alleen die van zichzelf. Als je met weerstand te maken krijgt – op werk, in je relatie of je team – zegt misschien je oerinstinct om nog harder te pushen. Ik zeg niet doen. Waarom? Het zorgt er niet voor dat de ander gaat veranderen. Begrip tonen is bewezen effectief als je mensen intrinsiek wilt motiveren. Genoeg mensen vinden dit maar soft gedoe – maar geloof me – probeer het eens.

Wanneer je boven tafel hebt wat de grootste zorg en dus diepste angst van de ander is kun je kijken of die ander ook mogelijkheden ziet om anders met de situatie om te gaan. Hoe? Door bijvoorbeeld de ander zijn of haar verlangens te laten benoemen. Achter elke weerstand zit namelijk een verlangen. Maar ook jij kunt je mening en aanpak bijstellen doordat je meer begrip hebt gekregen voor de ander en weet waar de weerstand vandaan komt.

Kies voor de relatie in plaats van voor je gelijk

Maar zelfs al heb je wel gelijk, wat doe je als die ander het je niet geeft? Je kunt op dat moment er hooguit voor kiezen om elkaar te begrijpen. Het accent verschuift op deze manier naar de kwaliteit van de relatie. Kies je dus voor je gelijk of voor verbinding? Waarom zou je doordrammen als je daarmee een (goede) relatie ondermijnt. In zo’n  situatie is het vaak beter het erover eens te zijn dat je beiden van mening verschilt, en dat is oké.

Werk aan je eigen zelfvertrouwen

En wat betreft dat dichtklappen en terugtrekken: ik heb geleerd om dit effect op mij te herkennen en daarna te benoemen. Dat is ook een manier om de verbinding met de ander te herstellen. Het gaat mij steeds makkelijker af naar mate ik meer zelfvertrouwen kreeg. Hier heb ik – niet geheel toevallig – ook een blog over geschreven ;-).

Alles over grenzen: weg met dat schuldgevoel

“Als ik mijn grenzen aangeef, dan voel ik me schuldig”. Herkenbaar? Voor mij: story of my life. Maar ik ben nu inmiddels een tijdje – en wat rimpels – verder en ik kan niet wachten om erover te schrijven.

Grenzen herkennen en stellen – het was de afgelopen jaren een van de grootste thema’s voor mij. Als klein meisje verlangde ik altijd al naar harmonie. Als de mensen om mij heen blij en tevreden waren, voelde ik me rustig. Maar bij onenigheid of conflicten, paste ik mij aan of maakte mezelf onzichtbaar. ‘Nee’ zeggen deed ik bijna niet, daarmee zou de ander wel eens gekwetst of boos kunnen worden. Het was een manier om mezelf te beschermen – en ja, het zit ook gewoon in mijn karakter. Een kwaliteit, maar ook een valkuil.

Hoe weet ik wat mijn grenzen zijn?

Om te weten wanneer iemand een grens over gaat, moet je dat eerst kunnen voelen. Ook al zou je aan de universiteit cum laude kunnen afstuderen op grenzen: dan nog kan het gebeuren dat je je eigen grenzen over gaat. Grenzen ervaren heeft weinig te maken met kennis of verstand. Grenzen kun je voelen. En gevoelens uiten zich in je lijf: bij je hartstreek, buik of schouders. Op het moment dat een ander of jijzelf je grens ‘aantikt’ geeft je lichaam een signaal. Zolang het ‘oke’ is voel je rust, ontspanning, ruimte, veiligheid. Op een grens slaat je lichaam alarm: ik word bijvoorbeeld alert, ik voel negatieve spanning of onrust. Laat maar eens iemand langzaam op je aflopen. Je kunt precies aangeven waar voor jou de grens ligt tussen een prettige afstand en ongemakkelijke nabijheid. Je voelt letterlijk wanneer de ander jouw grens overschrijdt. Zo leerde ik hiermee oefenen. En oefenen. En oefenen.

Angst om de ander teleur te stellen

Ik heb mezelf vaak afgevraagd hoe ik meer kan leren om ‘nee’ te zeggen en voor mezelf kan opkomen. Toen mij dit na jaren nog steeds bezig hield, wist ik dat die ‘hoe’ vraag weinig zin meer had. Het vraagstuk zit niet zozeer in: HOE je NEE zegt. Het vraagstuk zit in het feit WAAROM het niet lukt. Is het angst voor afwijzing? Angst om de ander teleur te stellen? Of een behoefte aan waardering? Of misschien wil je geen ‘ouwe zeur’ worden gevonden. Deze angsten zorgen ervoor dat je problemen met grenzen krijgt. Toen ik met dit zelfonderzoek begon kwam ik erachter dat ik onbewust allerlei gedachten en overtuigingen had die ‘nee’ zeggen moeilijk maken (hé daar heb je die innerlijke criticus weer–>check hierover mijn vorige blog!).

– ‘Ik moet leuk gevonden worden’
– ‘Ik mag anderen niet teleurstellen’
– ‘Ik ben verantwoordelijk voor andermans geluk’
– ‘Als ik nee zeg, zal de ander mij afwijzen’

Als je dus wel een keer ‘nee’ zegt, voel je je automatisch schuldig! Waarom? Omdat je gelooft in die – onware – gedachten. Om aan je grenzen te werken, moet je dus eerst een stap dieper gaan en jezelf afvragen waarom je het zo moeilijk vindt. Je zult erachter komen dat dit oude ‘kinderlijke’ gedachten zijn. Als kind lijken deze gedachten logisch, het houdt je op je plek. Nu je ouder bent, mag je deze drijfveren best onderzoeken en – heel belangrijk – tegenspreken. Je kunt namelijk niet iedereen tevreden houden, en dat hoeft ook niet. Wat een heerlijke gedachte is dat. En als de ander je afwijst omdat jij een grens stelt? Vraag je dan eens af of dit een ‘gezonde’ relatie is.

Het belang van grenzen: ze vormen je identiteit 

Grenzen vormen een essentieel onderdeel van je identiteit. Als je geen grenzen stelt, is voor jou en voor anderen niet duidelijk wie je bent en wat je wilt. Je kunt jezelf hierdoor verliezen. Toen ik op dit dieptepunt kwam, heb ik hulp gezocht. Ik besloot dat ik zo niet verder wilde. Ik nam een time out. Van alles. Van iedereen. Ik kwam erachter dat ik een inhaalslag moest maken als het om grenzen ging, ik moest ze ontwikkelen, respecteren en aangeven. Ik leerde om mezelf en mijn behoeften belangrijk genoeg te gaan vinden.

Als je twijfelt tussen ‘ja’ en ‘nee’: vraag dan jezelf eens af…

Heb ik hier echt wel tijd voor? Wil ik hier mijn aandacht aan besteden? Houd ik nog wel tijd voor ontspanning over?
Doe ik dit omdat ik ‘ja’ wil zeggen, of omdat ik bang ben dat ‘nee’ niet geaccepteerd wordt?

Pas als je ‘nee’ kunt zeggen, krijgt je ‘ja’ waarde. Je doet dan namelijk iets uit ‘vrije wil’ in plaats van plichtsgevoel of druk van buitenaf.

Ja zeggen tegen je eigen behoeften is te leren. Luisteren naar eigen gevoelens is te leren. Sterker nog: een kind van vijf jaar kan het (ask me all about it)! Grenzen aangeven kan iedereen dus ook leren.