Ook last van piekeren of je snel zorgen maken? Ik kan er eerlijk gezegd wel wat van. Gebeurtenissen uit het verleden herkauwen en malen over de toekomst.
Waarom doen we dat toch? Ik kom steeds tot 1 conclusie: angst. Diep van binnen was ik altijd bang dat als ik iets niet goed genoeg deed, dat ik afgewezen zou worden. Alles moest perfect gaan zolang ik maar voelde dat ik goed genoeg ben. En het grappige van dit alles is: dat is het dus nooit. Omdat perfectie niet bestaat. Als perfectionist wil je graag de controle houden en handel je dus vooral vanuit angst en niet vanuit je hart. De vraag die ik mijzelf tegenwoordig vaak stel is: moet ik alles willen – en als ik het wil – moet het dan perfect zijn?
Mijn antwoord hierop is ‘nee’ – en ik geef toe – het heeft even geduurd voordat ik dat kon zeggen.
Alle ballen willen hooghouden
Bij ons vrouwen – zo blijkt uit onderzoek – komt perfectionisme vaker voor en dat verbaast me eigenlijk niets. Waarom? Naast een succesvolle collega, willen we ook de perfecte vriendin zijn, de perfecte moeder én de perfecte vrouw waarbij onze man ‘s avonds gelukkig thuiskomt. Dan heb ik het nog niet eens over het perfecte huis en zo kan ik nog wel even doorgaan. We willen niet horen dat we ‘niet goed genoeg’ zijn. Deze drijfveer zorgt er daarom bij mij voor dat ik altijd heel veel ‘moet’ van mezelf. En al dat ‘moeten’ zorgt voor druk.
Verslaafd aan druk?
Laat ik eerst even zeggen dat perfectionisme – en daarmee ook de stress – opzich niet erg is. Het helpt je om de details te zien en om je 100% in te zetten. Stress geeft je dan die boost die je even nodig hebt om te presteren.
Maar tegenwoordig – en dat is mijn mening – is druk zijn een beetje de norm geworden. We leven in een prestatiemaatschappij. Als je niet druk bent dan doe je iets niet goed. Op werk plannen we onze sprints propvol en eenmaal thuis houdt het niet op. Het lijkt erop alsof we allemaal de focus hebben op onze eindeloze todo-lijst en geen echte grenzen stellen.
Stress is verslavend. Als ik naar mezelf kijk voel ik mij eigenlijk ook alleen maar nuttig en belangrijk wanneer ik druk ben. Op het moment dat ik dit schrijf – al een paar dagen niet zo lekker – verveel ik me zo stierlijk erg dat ik er rusteloos van word. In plaats van denken ‘yes eindelijk even rust’, denk ik ‘ik moet iets doen’. En dan realiseer ik me opeens dat ik slaaf ben geworden van mijn eigen ‘moeten’. Absurd, toch?
Goed is goed genoeg
Dit beseffen is natuurlijk veel makkelijker gezegd dan gedaan. Voor mij was de belangrijkste stap om mijn verwachtingen van ‘hoe ik hoor te zijn’ te verlagen. Nu achteraf zie ik pas hoe streng ik jarenlang was voor mezelf. Perfectionisme komt vaak voort uit angst. Angst om te falen en angst voor kritiek. Ik ben al jaren fan van schrijfster Brene Brown, zij zegt:
“If I look perfect, live perfectly, and do everything perfectly, I can avoid or minimize the painful feelings of shame, judgment, and blame.”
Of jouw perfectionisme nou af en toe de kop op steekt – of een allesverslindend monster is – je kunt er vanaf komen door je mindset te veranderen van ‘wat zullen ze wel niet van me denken!?’ naar ‘ik ben goed genoeg’.
Word je bewust van het geklets in je hoofd
In de periode dat ik in een dip zat en zelf hulp zocht, heb ik geleerd om het innerlijke dialoog aan te gaan. Wattes? Ja, eigenlijk een soort gesprek met jezelf. Gedachten zijn maar gedachten en ze hoeven niet waar te zijn. Je hoeft niet te luisteren naar je eigen ‘moeten’. Je kunt ze sturen en dus ook tegenspreken. Oke, maar je kunt toch niet zelf bepalen wat je denkt? Klopt, soms ontstaat er een gedachte die je de stuipen op het lijf jaagt (‘ik mag niet falen!’). Maar je kunt zelf bepalen wat je aanneemt als ‘waar’. Veruit de meeste gedachten zijn onzin. En door ze niet te geloven kun je zelf bepalen hoe je je wilt voelen. Laat al die gedachten je perfectionisme niet voeden.
Je kunt leren om net zo tegen jezelf te praten als tegen een goede vriend of vriendin: warm en begripvol.
Wist je dat mensen die wat liever voor zichzelf zijn over het algemeen ook gelukkiger zijn? Ze zijn sneller tevreden en hebben minder kans op angsten en depressie.
Minder perfectionisme = meer genieten
Natuurlijk mag je jezelf hoge doelen stellen, alleen is het wel belangrijk dat je je vrij durft te bewegen en niet bang bent om fouten te maken. Ik merkte zelf dat zodra ik mijn perfectionisme wat meer losliet, ik meer kon gaan genieten van het leven en er ook meer ruimte ontstond voor persoonlijke groei.
Als je accepteert dat perfectie niet bestaat, zul je gelukkiger zijn. Hiermee zeg ik niet dat je jezelf daarmee toestemming geeft om je doelen niet te halen, echter geef je jezelf wel de ruimte om meer te ontspannen, je gunt jezelf meer tijd en bent minder streng voor jezelf. Je gaat steeds meer voelen dat je al goed genoeg bent en dat je tevreden mag zijn met jezelf. Je gaat merken dat je zelfbewustzijn toeneemt en daarmee groeit je zelfvertrouwen. Je gaat steeds meer kiezen voor dankbaarheid en ook van de kleine successen genieten.
Leer loslaten
Ik heb mezelf aangeleerd – als ik weer eens allerlei dingen moet van mezelf – om woorden te zeggen als:
- Ik doe mijn best, meer kan ik niet doen
- Ik hoef niet alles
- Ik mag ook gewoon ‘nee’ zeggen
- Jammer dan – of gewoon – fuck it
Heerlijk om deze woorden af en toe uit te spreken en daarmee een einde te maken aan die slavernij 😉
Omgaan met weerstand: een schreeuw om begrip
De kunst van falen: van fouten leren doe je zo!
‘Wat ben ik toch een kluns, kan ik dan nooit iets in 1x goed doen’? ‘Waarom sta ik daar nou zo te stamelen, ik had die presentatie toch goed voorbereid’? ‘Daar ga ik weer hoor: code rood!’.
Ik kan behoorlijk kritisch zijn op mezelf. Vooral als ik (denk dat ik) een fout maak. Dan komt dat stemmetje weer opzetten wat ervoor zorgt dat ik me schaam en schuldig voel. Dit begon al vroeger op school. Daar werd ik afgebrand als ik een fout maakte. Hierdoor schoot ik in de kramp en ging ik soms met buikpijn naar school. Omdat ik geen fouten mocht maken ging ik juist nog meer fouten maken. Mijn brein associeert fouten maken dus met afwijzing.
En dat is precies wat ervoor zorgt dat we – als we dan volwassen zijn – niet meer graag praten over onze missers en ons terugtrekken. Logisch. Maar ik geloof dat dit ook anders kan en deel graag hoe!
De angst achter schaamte
Oke. Eerst een stukje theorie. Want waarom vinden we het zo lastig om fouten bespreekbaar te maken? Bij mezelf kwam dit voort uit angst en schaamte. Schaamte speelt een grote rol bij falen. We zijn bang om te worden buitengesloten. Toch is dit ook een nuttig verschijnsel: de angst om er niet meer bij te horen of afgewezen te worden komt voort uit de ‘need to belong’. We willen allemaal ergens bij horen en van betekenis zijn. Als je daadwerkelijk gelooft dat anderen je afwijzen of veroordelen – helaas hebben zat van ons dit wel eens meegemaakt – dan bedenk je je wel 3x voordat je jezelf uitspreekt. Ergens heel begrijpelijk. Maar hoe doorbreek je dit?
Gebruik empathie als tegengif
We hebben nieuwe positieve ervaringen nodig als reactie op het maken en delen van fouten. Daardoor zwakken je negatieve associaties af en krijg je meer zelfvertrouwen. Ik geloof daarom sterk in het belang van een veilige omgeving waar anderen niet direct een oordeel hebben of je afwijzen als je een fout maakt. Is dat wel het geval, dan gaat dat stemmetje in je hoofd nog harder roepen ‘ik ben een mislukkeling, zie je nou wel!’. Wees je er dus van bewust wat voor impact jij hebt als reactie op iemand die een fout (bespreekbaar) maakt.
Empathie is het tegengif van schaamte. Empathie brengt veiligheid. Nee, empathie betekent niet dat we de hele dag met elkaar moeten knuffelen. Empathie is het vermogen om je voor te stellen hoe het is om die ander te zijn of om in diens schoenen te staan en daarop te reageren. Wat betekent dit in de alledaagse praktijk? Luisteren naar de ander, vragen stellen (in plaats van aannames doen en oordelen) en aandacht hebben voor de emotie.
Wees ook empathisch naar jezelf! Onderzoek hoe je tegen jezelf praat. Is dit liefdevol? Begin met kleine stapjes en start bij jezelf. Zou je zo tegen een goede vriend(in) praten? Ik heb geleerd om minder streng voor mezelf te zijn. In plaats van ‘mislukkeling’ zeg ik nu tegen mezelf ‘geeft niks, hier leer je weer van’ of ‘volgende keer beter meid’. Een wereld van verschil. De kans is groot dat als je tegen jezelf empathisch kunt zijn, je dit tegen je omgeving ook bent. Denk daar eens over na.
Niet alles hoeft in 1x perfect
Ja, dat is makkelijker gezegd dan gedaan met al die perfecte plaatjes die je dagelijks voorbij ziet komen op social media of alleen de successen die worden gedeeld. Maar is dit realistisch? N.E.E. Ontwikkel een groei-mindset. Zie fouten als kans om te groeien.
Zelfvertrouwen is een belangrijk ingrediënt om met schaamte te dealen. Hoe meer zelfvertrouwen en zelfliefde je hèbt, des te meer je het durft om je fouten toe te geven in plaats van vermijden en jezelf in te dekken wanneer er iets fout gaat. Herkenbaar?
Door je eigen onzekerheden en imperfecties te herkennen zul je ook die van anderen beter snappen.
Delen is helen: praat!
De twee krachtigste woorden als we het moeilijk hebben: ‘ik ook’.
Delen is helen, daar geloof ik heilig in. Door erover te praten in een veilige omgeving, zul je erachter komen dat je het in je hoofd veel erger maakt dan het werkelijk is. Wanneer je open bent gaan mensen reageren. Je bent dan beter in staat om te relativeren, waardoor de lading van dat vervelende gevoel afneemt. Schaamte groeit door verborgenheid en neemt af door medeleven en empathie. Think about that.
Heb jij nog meer tips? Deel ze gerust!
Uit je comfortzone: van zekerheid naar groei
Ken je dat? Toe zijn aan iets nieuws, terwijl het idee van verandering je tegelijkertijd de stuipen op het lijf jaagt. Gek is dat trouwens niet. Verandering betekent ook onzekerheid. En dat is eng.
De afgelopen jaren knaagde er regelmatig het gevoel dat ik toe was aan vernieuwing. Doorbreken van mijn jarenlange routine. Verbreden van mijn horizon. Delen van mijn kennis en ervaring. Uit mijn comfort zone. Maar was ik daar klaar voor? Wat was het juiste moment? En wat als ik faal? Wat als ik de verkeerde keuze maak? Allerlei angsten die mij ervan weerhielden om die stap te zetten.
Vertrouwen op jezelf
Ik besloot te onderzoeken of mijn verlangen naar verandering sterker werd – en ja – dat deed het. Ik wilde groeien, maar dat betekende dat ik wel mijn evenwicht moest gaan verliezen. Ik weet van mezelf dat ik moeite heb met het nemen van grote beslissingen, eeuwig kan ik twijfelen. Geen keuze is echter ook een keuze. Met hulp van een loopbaancoach hakte ik de knoop door: ik wilde me niet meer laten tegenhouden door angst. Ik had inmiddels de afgelopen jaren zoveel geleerd en het vertrouwen in mezelf teruggevonden. Ik kon hierdoor leunen op mijn kennis en ervaring. Na 14 jaar besloot ik daarom dat het tijd was. Tijd om mijn vertrouwde werkomgeving met al die fijne mensen achter te laten – niet uit frustratie – maar door mijn toenemende verlangen naar groei en verandering.
Comfortabel worden met ongemak
Ons brein kickt op routine. Wist je dat 95% van ons gedrag automatisch is? Niks mis mee, we zijn als mensen gewoontedieren en deze automatische piloot helpt ons om zoveel mogelijk energie te besparen. Onbewust kiezen we dus allemaal voor de weg van de minste weerstand. Maar we worden er ook lui van. Lui? Ja, lui. Ik merkte dat ik door die jarenlange routine minder creatief werd, minder innovatief en soms zelfs verveeld. Dat leerde ik te accepteren, want hey ‘ik mag niet klagen’.
Ik ging op zoek naar mijn dieper liggende overtuigingen die me ervan weerhielden te veranderen. De voor mij bekende ‘ik kan het toch niet’ en ‘ik ben vast nog niet goed genoeg’ kwamen weer naar boven drijven. Ik wist maar al te goed dat je eigen gedachten niet altijd de waarheid zijn en je er dus ook niet klakkeloos naar hoeft te luisteren. Ook al voelen ze soms nog zo waar, je kunt die innerlijke dialoog aangaan en op de stopknop drukken door te zeggen: I let go of my limiting beliefs that no longer serve me. En daar sprong ik het diepe in.
Meer weten over ombuigen van je negatieve overtuigingen? Lees dan mijn andere blog hierover!
Een leuk weetje: de kracht van kwetsbaarheid
Ik zal nooit vergeten dat ik in mijn tweede sollicitatiegesprek deze vraag kreeg: ‘Voor welke vraag was je bang als we die zouden stellen’? Ik antwoordde eerlijk dat ik niet bang was voor de vragen maar wel voor het mogelijke antwoord dat ik niet zou voldoen. Een open gesprek volgde waarbij het ging over onzekerheden overwinnen en uitdagingen aangaan. Ik wist niet of het nou wel zo handig was dat ik me kwetsbaar had opgesteld in een sollicitatiegesprek, maar toen ik niet veel later een geruststellend berichtje kreeg met een aanbod wist ik ‘ik ga dit avontuur aan’. Als een organisatie mijn kwetsbare kant waardeert, past dat bij mijn waarden en dan kan ik me committen.
Je evenwicht verliezen brengt groei
Inmiddels zit ik alweer 3 maanden in mijn nieuwe avontuur als Scrummaster bij de Rabobank. Zelfde functie, andere omgeving. Andere mensen, andere cultuur, andere materie, andere taal, andere stad. Vond ik het spannend? Natuurlijk! Heb ik er spijt van? Nee! Ook al waren de eerste maanden pittig – alles is nieuw en niks gaat vanzelf – het zette me weer op scherp. Wat ik tot nu toe heb geleerd? De weg naar groei is nooit een rechte weg. Die gaat vaak gepaard met weerstand en onwennigheid. En dat is oké. Aarden in een nieuwe omgeving kost tijd. Ook dat is oké. Ik leer om de lat niet te hoog te leggen en in kleine babystapjes te denken (hallo Agile!). Ik leer om te observeren en mijn mening uit te stellen. Ik leer om mezelf open en kwetsbaar op te stellen, ook al voelt dat niet comfortabel. Ik leer om eerst te investeren in de basis van vertrouwen, voordat ik overga naar de inhoud. Ik leer dat het oké is dat anderen ook aan mij moeten wennen en dat dat niets afdoet aan mij als persoon.
Waarom een keuze eigenlijk nooit een foute keuze is
Nog een les die ik mocht leren. Iets veranderen kost altijd tijd en energie. En iedere verandering gaat gepaard met winst en verlies. Het verlies voelt alleen op korte termijn meestal sterker dan de winst. Het gemis van collega’s, het bekende en het gemak waarmee alles me afging. Ik moest hier letterlijk van afkicken. Ik kan soms best even heimwee hebben. Op zo’n moment vertel ik mezelf dat dit ook oké is en dat het uiteindelijk niet gaat om succes of om falen. Het gaat erom dat je groeit! Dat ik mijn bewustzijn vergroot, mijn levenslessen leer en mijn eigen talenten en kwaliteiten kan inzetten. Hiermee ben ik ervan overtuigd dat een keuze nooit een foute keuze is…zolang het je dichterbij jezelf brengt.
Enne…of die angst om uit je comfortzone te stappen terecht was? Natuurlijk niet. Iets waar je van tevoren tegenop kan zien, valt achteraf vaak reuze mee. Bovendien valt er buiten je comfort zone veel meer te beleven is mijn ervaring inmiddels ?
Omgaan met je triggers: hoe word ik emotioneel volwassen?
Niks doen: hoe doe je dat?
Als iemand vraagt hoe het met me gaat is mijn standaard antwoord vaak: “Ja wel goed, lekker druk”. Maar waarom zeg ik dat eigenlijk? Is altijd maar druk zijn wel iets goeds?
Toen ik afgelopen zomer volledig thuis kwam te zitten vanwege mijn zwangerschap werd ik me bewust dat ik leed aan het ‘ik-moet-iets-doen-syndroom’. Ik voelde me zo ontzettend doelloos en onbestemd dat ik niet kon genieten van rust. Ik wist niet eens hoe ik 10 minuten stil op de bank moest liggen zonder 26 keer mijn email te checken. Ik herkende mezelf niet meer – want gek genoeg – als kind vond ik rust en tijd alleen namelijk heerlijk. Waarom had ik dan nu zo’n moeite met ontspannen?
Onderzoek je gedachten
Ik betrapte mezelf op de gedachte dat het druk hebben verbonden leek te zijn met me succesvol voelen. Of in ieder geval: dat dácht ik. Maar is dat ook zo? Je gedachten zijn niet altijd de waarheid, dat wist ik maar al te goed. Oke, laten we dit even uitdiepen. ‘Hoe meer ik doe, hoe meer ik gewaardeerd word’ en ‘als ik druk ben, heb ik controle’ zegt dat stemmetje in mijn hoofd waardoor ik steeds weer mijn agenda vol wil proppen. Met andere woorden: ik ben waardeloos als ik niets doe. Toch wel typisch dat – ondanks alle blogs die ik heb geschreven – mijn gevoel van eigenwaarde nog steeds samengaat met ‘hard werken’.
Waardering voor je ‘doen’ stilt niet de honger naar waardering van je ‘zijn’.
Wat mij helpt is steeds weer te realiseren dat ik niet mijn gedachten bén, maar ze alleen héb. In feite zijn we dus verslaafd aan onze eigen gedachten, aan die gesprekken met jezelf in je hoofd: we hebben de neiging om van onszelf van alles te moeten. Conclusie: we creëren dus onze eigen stress. Je hébt wel gedachten (‘ik moet die mail nu beantwoorden!’), maar als je je realiseert dat je niet die gedachten bént, dan ben je in staat jezelf hiervan los te weken (‘nee, dit kan ook wachten’). In de afgelopen periode mocht ik deze les leren: ik ben goed zoals ik ben, ook al doe ik helemaal niets, noppes, nada.
Als druk zijn een verslaving is
Druk zijn kan dus een gevoel van succes oproepen. Ik las pas een artikel waarin stond dat stress net zo verslavend is als suiker. Bizar toch? En die oorzaak ligt dan ook in onze hersenen. Druk zijn triggert je beloningssysteem. Door hard te werken haal je je deadlines of akker je die ontiegelijke mailachterstand weg. Hierdoor komt er dus dopamine vrij in je hersenen. En dat geeft een lekker gevoel, die adrenalinekick. Een heel natuurlijke reactie, maar met minder leuke bijwerkingen.
Drukte houdt drukte in stand.
Nog een eye-opener: altijd maar druk willen zijn kan ook een goede afleiding zijn voor iets waar je bang voor bent. Bang? Ja, stilte kan eng zijn. Want als er niks is waar je nog mee bezig hoeft te zijn, wat blijft er dan nog over? Ja, jij. Jij alleen. En ben je blij met wie je bent? In ontspanning zit het gevaar van confrontatie met iets dat je liever verdrongen houdt. Denk daar eens over na.
Hoe kick je af?
Verslaafd zijn aan je o-zo-drukke-leven is dus helemaal niet gek, maar des te belangrijker is het om tijd te besteden aan dat wat waardevol voor je is. Achterlaten dus, die busy state of mind. Maar hoe tem je die verslaving? Stress hoeft helemaal niet altijd slecht te zijn, maar constante afhankelijkheid wel. Dit is wat mij geholpen heeft:
- Pak de oorzaak aan: word je bewust van je eigen gedachten. Schrijf ze gewoon eens op en ontdek het patroon van je eigen ‘moeten’.
- Wees oké met het feit dat als je niks doet je nog steeds goed genoeg bent. Durf je te vervelen. En dat is een lastige, want het zit zo in ons systeem. Dat je wat moet doen. Iets. Wat dan ook. Om iets te krijgen. Iets te ontvangen.
- Duik met onverdeelde aandacht in een taak en neem daarna hersteltijd. Druk en stress is niet erg, zolang je het maar afwisselt en je ontspanning pakt.
- Probeer geleidelijk af te bouwen. Het vergt een enorme aanpassing van je lichaam om van álles terug te schakelen naar helemaal niets. Alsof je cold turkey gaat afkicken. Dit verklaarde bij mij ook de onrust die ik voelde toen ik nog in de stressstand stond, maar eigenlijk niets meer hoefde en mocht. Opeens moet je verder zonder alle hormonen die je alert hebben gehouden.
- Last but not least: zet je smartphone soms even in een andere ruimte. Of in ieder geval buiten je gezichtsveld. De grootste afleider is namelijk dat oplichtende schermpje dat om de haverklap staat te knipperen. En onthoud: je hoeft niet direct te antwoorden 😉
Voor jezelf kiezen: is dat egoïstisch?
Kiezen voor jezelf…precies dat was in mijn ogen altijd een egoïstische keuze. Want vaak gaat dit ten koste van iets of iemand anders. Maar is dit ook zo? Voor jezelf kiezen is eigenlijk voor jezelf zorgen en je eigen behoeften serieus nemen.
Van jongs af aan leren we om ons aan te passen aan ‘hoe het hoort’. De een is daar gevoeliger voor dan de ander. Het voelde voor mij jarenlang comfortabel om te voldoen aan andermans verwachtingen. Zo ging ik een conflict of lelijke gezichten uit de weg. Ik was er zo goed in geworden dat mijn grenzen vervaagden en ik niet eens meer wist wat ik zelf eigenlijk wilde. Nu stel ik mezelf steeds vaker de vraag: besluit ik dit nu vanuit schuldgevoel of omdat dit het beste is voor mezelf? Zelfreflectie 2.0 noem ik het en ik deel graag mijn lessen op dit gebied.
Zorg eerst voor jezelf
We moeten éérst kiezen voor onszelf zodat we iets hebben om te geven aan anderen. ‘Ja ja dat zal wel’ hoor ik mezelf nog denken, want die uitspraak kende ik maar de essentie ervan drong nooit tot mij door. Het werkt zo: wat je niet hebt kun je ook niet geven. Als jij goed voor jezelf zorgt, dan kun je er pas écht goed zijn voor een ander. Dan ben je er omdat je het wilt en omdat je er de rust, de energie en de tijd voor hebt. Een ander – maar jij ook – voelt dit verschil. Het werkt een beetje als het zuurstofmasker in een neerstortend vliegtuig. Als ik niet eerst voor mezelf zou zorgen dan raak ik bewusteloos en dan kan ik ook mijn naasten niet meer helpen. Zo leggen we allemaal het loodje. Daar zit je dan met je goede gedrag…
Als je alles altijd weggeeft aan anderen – al je liefde, al je aandacht, al je tijd – dan blijf jij met lege handen achter. En ja, soms moet je jezelf wegcijferen. Zo is het leven. Jezelf opofferen kan ook iets moois zijn, totdat het iets lelijks wordt. Want als je het teveel doet dan blijf jij uitgeblust achter.
Van hard naar hart voor jezelf
‘Waar ben ik eigenlijk mee bezig?’ Zodra die vraag in je opkomt, ben je eigenlijk al in dialoog met jezelf. En in dat dialoog ligt de sleutel naar goed voor jezelf kunnen zorgen. Er zit echter wel een gevaar in: die innerlijke criticus. Dat vervelende stemmetje dat alles bekritiseert wat je doet en zegt. De criticus is erop uit om je schuldig en slecht te laten voelen. Ik dacht altijd dat als ik voor mezelf kies, ik een ander tekort doe. Dat is precies waarom ik nooit voor mijzelf durfde op te komen. Ik nam dan ‘meer’ en daardoor krijgt de ander automatisch ‘minder’ en dat maakte mij ‘slecht’. Dat dacht ik. Het is niet zo. Je gedachten zijn niet altijd de waarheid.
Hoor jij dat stemmetje wel eens in je hoofd en ‘moet’ je heel veel van jezelf? Onderzoek je gedachten en overtuigingen. Probeer liever voor jezelf te zijn, ga van moeten naar mogen. Zet die negatieve gedachten om in gedachten als ‘ik mag tijd voor mezelf nemen’, ‘nee zeggen is ook prima’, ‘ik moet niks’.
Hoe zou je het vinden als je beste vriend(in) deze keuze maakte?
Een goede manier om erachter te komen of je niet te streng bent voor jezelf, is om je voor te stellen dat een dierbare zoiets zou doen en jou vraagt ‘denk je dat ik dit kan maken?’ Grote kans dat je enthousiast roept ‘maar natuurlijk, dit is het beste voor jou!’. Kun je jezelf die ‘beste-vrienden-pitch’ geven? Word je eigen beste vriend. Het belangrijkste wat ik heb geleerd is het volgende: voor jezelf kiezen is niet hetzelfde als tegen de ander kiezen.
Voor jezelf kiezen doe je omdat jij het waard bent om voor te kiezen, omdat jouw gevoel belangrijk is. Als je na een lange werkweek het liefst op zaterdagavond in je joggingbroek op de bank ligt, dan is er niets mis mee om dat gewoon eerlijk te zeggen. Maar ook: als de ander zegt dat een afspraak niet zo goed uitkomt, zie dat dan niet als een afwijzing. Maar denk bij jezelf: goh wat goed dat diegene dat uitspreekt en even voor zichzelf kiest. Toen ik steeds meer open en eerlijk durfde te zijn over mijn eigen gevoel en behoefte, ging ik steeds meer merken dat de ander dat accepteert. Sterker nog: dat de ander dat de normaalste zaak van de wereld vindt.